zondag, februari 26, 2006

Balthazaar Bosduif en haar linker sok

Ik heb een nieuwe tic ontwikkelt: de laatste tijd raak ik altijd één van mijn sokken kwijt. Niet op de normale manier, in de wasmand komen die dingen in ons gezin doorgaans samen. Nee, ik raak mijn sok altijd kwijt als ik ze aan heb.

Dan loop ik de stenen trap naar boven en kruipt de kou in mijn ene voet. Het is een beetje een belachelijk zicht, aan je rechter één warme wintersok en je linker heeft alleen vijf kleumende, blote tenen. Dat is gewoon niet erg praktisch en ik word er een beetje knorrig van.

En dan moet ik gaan nadenken, hoeveel 'pulk aan je sok'-plaatsen ik die dag heb afgelopen. De ontbijttafel met de krant, achter de computer of voor mijn televisie. Als ik geluk heb ligt ze daar nog, zo een beetje eenzaam te kwijnen. Maar vaak is ze gewoon spoorloos (ik verdenk de opruimmonsters) en moet ik weer van sokken wisselen.

Dat heeft ingrijpende gevolgen voor mijn sokkencollectie. Die slinkt met de dag, ze wordt langzaamaan uitsluitend wit of sportsok en die weiger ik aan te trekken. Het grote probleem is dat ik het niet kan tegenhouden. Het Sokpulken is mij op een onbewuste wijze beslopen, ik kom er altijd veel te laat achter.

Ik heb nog één laatste alternatief: de pantoffel. Misschien kan ik daar dan mijn pulkfrustraties op loslaten. Ik vrees maar één ding: als ik mijn pantoffel heb uitgepulkt, wat dan?

zaterdag, februari 18, 2006

B. Bosduif, Flore, UA en de ellende


Sorry, jongens. Ik weet het. Overdosis beelden, tekst alsjeblief.
Ik schrijf wel, maar nu even niet op mijn weblog. Mijn fototoestel daarentegen is wel heel erg Wiedus-minded.
(Misschien moet ik gewoon die Flickr eens een keer proberen in gang te trappen.)

donderdag, februari 16, 2006

Balthazaar Bosduif vertelt geen verhaal

Af en toe heb je zo van die dagen waar de zon zo fel schijnt dat je je sluitertijd op 1/25000 mag zetten, zodat je razend snel kunt zijn.

En als het dan echt meezit, krijg je onderweg nog een klein cadeautje. Het hoeft niet altijd wat te zijn ...

woensdag, februari 15, 2006

Balthazaar Bosduif heeft vreemde dromen (3)

Ik storte me het huis uit en begon te rennen, recht de woestijn in tot de scherpe wind me tegen de grond sloeg. Er lagen pinguïns en een paar Touaregs met hun kameel naast me in het zand. Ze bewogen niet. Ik lag zo dicht bij hen dat ik de zandkorrels op hun vacht en huid kon tellen. Hun ogen waren gesloten en ze bewogen niet. De pinguïns hadden hun bek in de woestijngrond gestoken.

Vreemd genoeg wist ik dat ze dit deden om de stormwind te overleven. Ik had geen reden om bang te zijn. Straks als de bui over was, zouden de pinguïns verder waggelen over de brandende vlakte, de Touaregs zouden hun kameel weer beklimmen en achter de horizon verdwijnen.

Ik kon blijven liggen, de wind over me heen laten gaan en wachten tot de bui verdween. Maar dat wou ik niet. Ik moest terug naar dat huisje dat zich telkens als ik keek verder van me leek te verwijderen. Het koste me enorm veel moeite om mijn hoofd op te tillen, laat staan dat ik echt zou gaan lopen. Telkens sloeg de wind mijn hoofd weer neer en proefde ik de zandkorrels in mijn mond.

Ik probeerde al mijn spieren op te spannen en me op te richten. De wind voelde als elastiek, agressieve elastiek. Mijn voeten liepen, ze sleepten zich door het mulle zand en ik vocht tegen de onzichtbare handen die me terug probeerden te duwen. Het was niet ver meer. De wind snoerde mijn mond dicht. Nog even. Ik begon te hijgen. Nog even. Mijn adem sneed door mijn lijf.

De deur van het huisje stond open en ik moest nog een pas of tien. Plotseling sloeg de wind mijn voeten onder me vandaan. Mijn lijf sloeg tegen de vlakte en ik kon niet meer bewegen. Mijn gezicht werd in het zand gedrukt, ik kon nog net de klimop zien die naast de deur omhoog groeide. Daarachter gaapte een zwart gat. Ik kon er niet naar blijven kijken. Moeizaam draaide ik mijn hoofd om. De blauwe gewaden van de Touaregs wapperen in de wind, de pinguïns waren kleine zwarte hoopjes geworden. De kamelen leken van ver op bergen bruin afval.

De wind woei door mijn oren. Ik was uitgeput, voelde me alleen en was doodongelukkig.

Voor andere dromen:
hier en hier

B.Bosduif, Maxim en de salami-enquête

(Ik heb last van overflow. Er staan verdomme al/nog drie andere stukjes te trappelen ...)

dinsdag, februari 14, 2006

Balthazaar Bosduif doet een bekentenis

Ik ben geen gemakkelijk slachtoffer voor romantiek. Een bos rozen of liefdesgedichten zijn niet echt aan mij besteed, dat kan mijn imago niet zo goed verdragen. Ik ben een stoer meisje, met een heel klein hartje. Maar omdat het valentijn is ... Nu ja, een romantisch stukje dan maar.

Er is nog maar één iemand die me ooit op een echt romantisch buitje heeft betrapt. Per ongeluk dan nog wel, hij was zijn handschoenen vergeten en kwam ze terug halen. Ik was net halverwege 'Sense and sensibility' van Jane Austen in slaap gevallen met mijn hoofd op de afstandsbediening en had hem niet horen binnen komen. O jee, betrapt ...
Ik moet er een beetje vreemd hebben uitgezien. Met kleine traanoogjes, de knoppen van de afstandsbediening in mijn wang gedrukt en op mijn televisie mensen met vreemde hoeden die rijdansen uitvoerden naast een clavecimbel. Mijn vriend begon heel luid te lachen en zei dat hij me nog nooit zo 'mij' had gezien. Ik wist niet of ik beledigd of gevleid moest zijn.

Maar goed, ik zal het bekennen. Ik ben een ENORME Jane Austen fan.

Ik heb een zwakke plek voor oude romantiek. Die stijve taal met zoveel lagen, de buiginkjes, de enorme landerijen en victoriaanse paleisjes, de koetsen, de hoge hoeden, ruiters in in het wuivende gras van de heuvels ... Jeetje, ik word er al helemaal week van.

Jane Austen pakt me langzaam in met haar intriges, haar scherpe satirische en vooral springlevende personages en ach ja, laat ik het dan maar zeggen: ik val voor haar 'happy endings'. Na heel veel vijven en zessen bekent het perfecte koppel uiteindelijk toch uiterst voorzichtig hun eeuwige liefde.

"It taught me to hope," said he, "as I had scarcely ever allowed
myself to hope before. I knew enough of your disposition to
be certain that, had you been absolutely, irrevocably decided
against me, you would have acknowledged it
frankly and openly."
(Pride& Prejudice, Mr. Darcy)

Dan volgen er verlegen blikken en glimlachjes, waarna ze net twee centimeter dichter bij elkaar gaan lopen. Ze houden hun mond en staren voor zich uit. Het geluk spat uit hun ogen.

En dan denk ik met een krop in mijn keel 'dat wil ik ook!'. Geef mij een schuchtere liefdesbekentenis en dan een stilte om te mijmeren met mijn geliefde naast mijn zij. Misschien ben toch ik een romanticus, maar gewoon in de verkeerde eeuw geboren ...

zondag, februari 12, 2006

Balthazaar Bosduif luistert af (3)

Ik had mijn eerste bus gemist en mijn alternatief reed vlak voor mijn neus voorbij. Soms heb je zo van die dagen. Gelaten liet ik me op het koude bankje zakken en zocht naar een boek. Het was geen ramp, ik was toch te vroeg. Naast me zat een moeder met haar dochter, de vrouw leek erg mopperig en het meisje was een onverbeterlijke taterkous.

'Mama, mama, de bus! de bus!' Het kind sprong op en neer en wees met haar handje. De grote mensen keken rijkhalzend naar het einde van de straat.
'Haha, grapje!'

'Mama, mama, zeg eens groen?' Ze huppelde op en af het drempeltje van de stoep.
'Groen.' zei de moeder een beetje aarzelend.
'Je lijkt op een pompoen!'

'Mama, mama, zeg eens geel?' Ze trommelde op mama's kniëen.
'Geel.' Moeder wist niet goed of ze moest lachen of zuur moest kijken. De andere buswachtenden wisten het ook niet zo goed.
'Je kijkt scheel!' giechelde ze.

'Mama, mama, zeg eens blauw?'
'Blauw.' zuchtte mama dodelijk vermoeid. Ze trok nog een keer van haar sigaret en kneep haar ogen dicht.
'Ik hou van jou!' Het klonk als een klokje.

De andere
grote mensen in het bushokje dachten aan vroeger en konden hun glimlach niet onderdrukken.

donderdag, februari 09, 2006

Balthazaar Bosduif zoekt steun

Ik heb het echt gedaan en was nog net op tijd. Er staat nu officieel een inzending van Bosduif op 'Het liefdesverhaal' met de trotste titel 'Ze had hakjes'. En nu als de weerwind gaan stemmen, vooruit!

dinsdag, februari 07, 2006

Balthazaar Bosduif valt voor het cliché

Café's werken inspirerend, misschien omdat het een tikkeltje 19e eeuws aanvoelt om in een boekje te zitten krabbelen met een kopje koffie binnen handbereik. Erg romantisch allemaal, je gaat er een beetje van zweven.
Een leuke bijkomstigheid is dat je perfect de gesprekken om je heen kan afluisteren. Schoolpraatjes, relatieproblemen, politieke discussies ... Ik heb soms op mijn tong moeten bijten om mijn mond te houden. En de koffie, hmm ... de koffie ...

Ik heb enorm zitten genieten en al bij al heeft mijn liefdesverhaal een mooie vooruitgang geboekt. Hier moeten we een gewoonte van maken.

maandag, februari 06, 2006

Balthazaar Bosduif moet even resetten

'Geen zwart gat dit jaar!' had ik mezelf tijdens de examens voorgenomen en toch stuik ik er weer in. Jongens, zet je maar schrap voor een klaagzang van jewelste.

Het is alsof je plotseling te veel in één keer moet inhalen. Al die plannen en beloftes, mensen die je mist en weer wil opzoeken en vooral die oude gewoontes weer oppikken. Ik wil alles en nu meteen, moet alles nu meteen en daardoor kan ik niets. Ik voel een beetje versteend.

Voor het eerst staat er zo veel te dringen: een lijstje wedstrijden die stuk voor stuk 'deadline, deadline' piepen. Ik wil me profileren, dus zijn ze enorm belangrijk. Het moet perfect zijn, voor minder doe ik het niet, maar mijn concentratie heeft het begeven. Mooie dingen worden lelijk, dan weer schitterend en uiteindelijk uit twijfel naar
de vuilbak versleept.

Tegelijkertijd stormt het een beetje in mijn versteende lijf. Ik zit tot over mijn oren vol gevoel, om mijn hersenwerk van vorige maand te compenseren. Ik flikker van 'hou mij vast' naar 'laat me alleen' en weer terug. Of ik zit gezellig in menselijk gezelschap en zeur hun oren stuk over mezelf of ik zit wat naar het donker te staren en laat rijen personen langs mijn gedachten macheren tot ik hopeloos sentimenteel ben.

Ik word een beetje vergeetachtig en raak vaak de draad kwijt, omdat die stroom gedachten nooit stopt. Als ik mezelf kwijt ben, dan word ik egocentrisch. Omdat ik zonder mezelf gewoon niet functioneer, ik moet eerst mezelf uitzoeken. Niet meteen een mooi voorbeeld van samenleven, maar zo zit ik in elkaar. En ik probeer wel, ik probeer wel, maar alsjeblief geef me wat respijt ...

donderdag, februari 02, 2006

Balthazaar Bosduif steelt weer wat

Uit tijdgebrek en gewoon omdat het ontzettend mooi is. Alvast een jaloerse blik, mijn excuses voor de schade aan zijn auteursrechten en vooral een staande ovatie voor Ralph Ploeger. Kom op, geef die man eens je stem ...

Balkonscene

Vier hoog, recht tegenover mij, zit vaak ‘s avonds een meisje op haar balkon. Een boek in haar handen en een pot thee binnen handbereik. De andere balkons van het blok zijn gewoon balkons: een betonnen plaat die grauw en hoekig uit de muur steekt, met een stalen omloop met spijlen. Hier en daar staat nog een verdwaalde GFT-emmer, of een bierkrat. Het meisje heeft van haar balkon een extra kamer gemaakt, het verlengde van haar huis, met een tafeltje, een stoel. Heiplantjes en viooltjes.

Ik heb haar Lotte gedoopt, want soms als ik haar daar zie zitten, roerloos met haar boek op schoot en haar benen netjes tegen elkaar, denk ik haar te kennen.

Vandaag is Lotte niet alleen op haar balkon. In de opening van de deur naar de keuken staat een jongen met ontbloot bovenlijf. Hij praat in op Lotte, die bewegingloos in haar stoel zit. Ze heeft haar handen in haar schoot gevouwen en kijkt kaarsrecht voor zich uit terwijl de jongen naar de reling van het balkon stapt. Daar leunt hij een tijdje, zijn hoofd hangt tussen zijn schouders. Dan gaat hij op de stoel naast Lotte zitten, met zijn ellebogen op zijn knieën. Al die tijd praat hij en blijft zij emotieloos voor zich uitstaren. Zijn gebaren worden wanhopiger, en hij reageert hoekig en defensief als Lotte af en toe wat terugzegt.

Ik zie een bleek lichaam met een harig, zacht buikje. Ik zie vooruitgestoken heupen en een holle rug. Ik zie halfslachtige, onbeantwoorde pogingen om Lotte aan te halen.

Ik bespeur wanhoop en ik grinnik.

Lotte staat op en wil naar binnen lopen, maar hij blijft in de deuropening staan en verspert haar zo de weg. Ze blijft met haar armen op haar rug tegenover hem staan en hij slaat zijn handen om haar middel. Ze reageert niet. Ook niet als hij haar omhelst en praat, en praat, en praat.

Dan draait hij zich met een machteloos gebaar om en loopt de keuken in. Lotte loopt langzaam achter hem aan, met haar handen nog steeds op haar rug. Ik draai me om en prik wat koude pasta uit een bakje. Het zal niet lang duren voordat Lotte zich in haar eentje op het balkon zit af te vragen waar het deze keer fout is gegaan.

Zal ze mij weleens hebben gezien?

Tijd verstrijkt. Daar is Lotte weer. Ik druk mijn voorhoofd tegen het raam. Ook de jongen komt weer het balkon weer op. Hij gaat naast Lotte zitten. Ze knuffelen. Hij loopt nu in zijn boxershort, Lotte heeft een topje aan. Hun haar zit verward.

Ik buig mijn hoofd.


(Ik denk dat ik waarschijnlijk veel te laat zal zijn, maar als ik dit nog kan vervormen, inkorten en leesbaar maken, dan stuur ik het misschien wel in.)

woensdag, februari 01, 2006

Balthazaar Bosduif heeft een inval/aanval

Het is nu meer dan een maand geleden dat ik ben begonnen met studeren. Nog nooit heb ik zo lang achter mijn bureau gezeten, acht examens achter de rug, nog ééntje te gaan. Ongeziene prestatie voor een Bosduif, dat noem ik pas grenzen verleggen. Vreemd genoeg heb ik nog geen instortingen gehad, maar er zijn wel hele vreemde neveneffecten opgedoken. Naast jeukende elleboogholtes en extreem vies en vettig haar heb ik een plotselinge, gigantische creativiteit-boost gekregen. Gewoon uit pure frustratie van mijn zittend gat en mijn door feiten en theorieën uitgedroogd brein.

Ik studeerde gisteren Literaire Instituties. -zeer interessant vak en mijn beste examen tot hier toe- Halverwege een 'staar uit het raam'-sessie flitste er een beeld door mijn hoofd. Ik zag een man die zijn hoofd in een doos had gestoken. Ze stond niet op zijn hoofd, de doos was een deel van een soort pilaar. Op hoofdhoogte was er een uitgesneden gat. Het leek een soort struisvogel strategie: 'Jongens, nu heb ik even geen zin om te kijken wat er om me heen gebeurt.'

En toen dacht ik: wat een leuk idee, zomaar als je even geen zin meer hebt en alles wordt een beetje te druk, even je hoofd in de dichtstbijzijnde doos steken. Ondertussen had die al een zwarte, zachte en vooral stikdonkere binnenkant gekregen. Zoiets waar je je hoofd kan tegen leggen en heel luid kunt zuchten, maar niemand die het hoort.
Uit het niets kwam het volgende stadium: een stem die je een verhaaltje voorleest, gewoon ad-random, alle soorten verhalen die je je maar kan bedenken. Ze duren niet zo heel lang, net genoeg om een pauze te vullen, jezelf even te ontspannen en daarna door te gaan met wat je bezig was. Een dagelijkse routine. Een hoordoos in plaats van een kijkdoos, vol verhalen.

En toen begon ik aan de praktische kanten te denken. Waar zou je het kunnen doen? Antwerpen boekenstad, of is dat al voorbij? Het Paleis? Op de universiteit, ik zit toch in taal en letterkunde? Of is dat dan weer te creatief voor universiteiten?
En zouden die dingen overleven? Misschien worden ze beklad of afgebroken ... Zouden ze überhaupt wel gebruikt worden? Misschien is het zicht van je hoofd in een doos steken wel te belachelijk voor de medemens. -maar voor minder wil ik het eigenlijk niet doen-
Maar toen sloeg de schrik me pas echt om het hart. Voor dit project had ik contacten nodig, investeerders, reclamecampagnes. O jee, ik zou moeten gaan lobbyen.

En toch wist ik één ding heel zeker: dit is echt iets waar ik me voor wil inzetten. Ik wil wel opzoek gaan naar schrijvers en mooie stemmen, juiste stofjes en audiodragers. Maar voor al dat praktische gedoe begint, vraag ik u eerst: ziet u hier wat in?