dinsdag, november 21, 2006

Balthazaar Bosduif kijkt toe (2)

Rosa besloot dat eigendom voor laarzenadministratie niet van belang was. Enkel het aantal zou doorwegen. Ze bracht alle regenlaarzen naar de woonkamer. Het waren er veel, zeker zoveel als blauw, roze, groen, rood, blauw (en oranje!) en blauw. Dat het kleinste paar van Lili was, telde enkel in de marge.

Ze was van school thuisgekomen en had aan Mama gevraagd waar de nieuwe laarzen stonden die ze gisteren van de mevrouwen had gekregen. Ze stonden natuurlijk waar ze ze het laatst had gelaten.
'Natuurlijk,' antwoordde ze. 'Dank u.'

Nu had ze ze allemaal verzameld op het tapijt. De volgorde was een moeilijke zaak. Van groot naar klein, klein naar groot, per kleur en willekeurig. Ze was er nog niet helemaal uit. Misschien zou ze er maar een keer over moeten springen. Dat zou de boel vooruit helpen.
'Passend' bleek bij nader inzien de beste optie. Eén voor één aantrekken en weer uittrekken, om te testen. Het was ingewikkeld duw en trekwerk. Sommige laarzen gingen niet meteen akkoord. Mama ook niet altijd.

Nadat ze deze routine een paar keer had afgehandeld, bekroop de twijfel haar weer. Wat was nu van wie? Ze draaide ze een voor een om en las van de zool de eigenaar af. Ro-sa, Ro-sa, Li-li, Ro-sa ...
Misschien moesten ze toch maar onder het salontafeltje staan. Verdorie, nu was ze de volgorde weer kwijt. Ze fronste haar voorhoofd en dacht lang na. Juist, zo. Groen, blauw, Rosa, blauw ... Of toch anders? Het moest omgekeerd. Dat was duidelijk, maar dan achter de sofa.


Voorgaande aflevering klik!

zaterdag, november 18, 2006

Balthazaar Bosduif heeft praktische dromen (4)

Naar het schijnt heb ik deze nacht geslaapwandeld. Dat is best gevaarlijk in mijn kamer. Daar liggen nu verschillende hopen rommel waarin zich af en toe een val kan verstoppen. Dvd-doosjes enzo. Met je ogen dicht rondstruinen is geen sinecure. Rond mijn bed heb ik een heleboel 'snel bij de hand' dingen verzameld. Koppen thee, afstandsbediening, een rommeltje boeken, blikken dozen en nog veel meer. Het is een wonder dat ik nergens over ben gestruikeld.

De getuige, Fros, vertelde het me deze morgen. Het ging ongeveer zo.

-Ja, ik denk dat het best is om te schuiven.
Mijn bed bestaat uit een matras die op de grond ligt. Die dingen lopen weg van de muur, met ongelegen ruimtes tot gevolg.
- (Ellen gaat recht zitten) Maar dan wel met niemand er in.
Fros begon zich af te vragen of ik nu haar instructies aan het geven was. Ze besloot te blijven liggen.
- (Ellen staat op en begint aan de matras te sjorren) Ja, Raf 't is goed zo.
Ik ken geen Raffen. Of toch geen belangrijke Raffen. Ik weet ook niet meer dat ik over een Raf heb gedroomd.
- Mannen, staan jullie ook eens even recht! (De matras komt tegen de muur terecht)
Handig, dacht Fros,
want zij lag aan de lastige kant.

Daarna ben ik terug onder de dekens gekropen en heb ik verder geslapen. De rest van de nacht ben ik blijven murmelen en zuchten. Achteraf bekeken vraag ik me twee dingen af. Zou ik dat vaak doen? En sinds wanneer heb ik zo van die droge, realistische dromen?

Voor dromen in een andere stijl: hier en
hier en hier

vrijdag, november 17, 2006

Balthazaar Bosduif heeft een afwijking

Iedereen heeft wel wat. Soms zijn het dingen waar je over hoort te zwijgen. Je leest nog steeds de babysittersclub, de deur die nog steeds op een kier moet als je naar bed gaat of dat je maar om de drie dagen van onderbroek wisselt. Niemand hoeft dat te weten. Wie niet weet, niet deert. Het kan ook de andere kant op gaan. Soms zijn het zaken die je niet eens beseft, ze zijn ingebakken. Elimineren is geen optie. Ze zijn er al voor je er erg in hebt.

Mijn afwijking is van de tweede soort. Als ik iemand graag wil leren kennen, interessant vind of gewoon een goeie bui heb, blijk ik amoureuse kenmerken te vertonen. 'Het zit 'm in je ogen' wordt er vaak gezegd 'Het is die blik van jou.'
Intensief kijken, dat blijkt mijn afwijking te zijn. Het lijkt te dom voor woorden, maar het heeft behoorlijk wat nadelen. Die sporadische 'Is die nu verliefd op mij?' kwestie die genegeerd of opgelost moet worden. Ik kom meestal uit de lucht vallen. Interesse is niet gelijk aan verliefd zijn. Zelfs bewondering is niet gelijk aan verliefd zijn.

Natuurlijk moet ik de schuld niet op de andere schuiven. Ik weet best wel hoe het komt. Als het een beetje gezellig wordt, wil ik dat het nog gezelliger wordt. En voor je het weet zit je knie aan knie koffie te drinken. Het is een soort impuls, ik kan het niet goed tegenhouden. Ik wil genieten en liefst zo veel mogelijk. Het helpt natuurlijk niet als je een focusprater bent en je constant in de ogen van je gesprekpartner staart als die iets boeiends te vertellen heeft. Op die basis zou ik dezelfde conclusies trekken.

Ik zit er wel een beetje mee. Het is allemaal zo dubbel. Het is niet leuk dat de helft van de wereld denkt dat je verliefd op bent op hun persoon. Maar langs de andere kant kan ik de warmte van die knie ook niet missen. Je koffie smaakt er beter bij. De dag wordt er mooier van. Verstand versus impuls. Wat een dillema.

dinsdag, november 07, 2006

Balthazaar Bosduif beeldt zich maar wat in

Het was eigenlijk niet mijn idee, maar dat van Tijs. Ergens in een gesprek tussen alles en niets. Loze maandagmiddag, genoeg tijd om te ver te denken. Zijn het nu de bomen die wind maken of gaat het juist omgekeerd?
'Wat als het leven een musical was.' Hij zwaaide driftig met zijn sigaret. 'Er is nooit genoeg musical in de wereld.'
'Dat is zo.' zei ik en zag het al voor me. Alles in bordkarton.

Opstaan gaat altijd gepaard met een theatrale geeuw en een voice-over. Als je het huis verlaat, mag je nooit, maar dan ook nooit je paraplu en regenjas vergeten. Tapschoenen zijn enkel noodzakelijk als je je die dag echt goed in je vel voelt. En dan 'hop' de straat op. De muziek start als je de deur dicht trekt. Op het eind van de straat neurie je het refrein mee. Of fluiten, dat mag ook.
Om de hoek kom je midden in een scène terecht. Een man is te laat, dat is overduidelijk. Op een loopje probeert hij mensen te ontwijken, tegelijkertijd zwaait hij naar de bakker, schudt hij jou de hand en helpt hij achter je rug nog snel een oud omaatje de straat over.
Natuurlijk is het allemaal opgezet spel. Deze man is te laat en alle aardbewoners kleden zijn dag aan. Ook jij.

Je komt aan in je stamcafeetje. Op je vaste bankje zit een mooi meisje koffie te drinken. Je schuifelt naar de bar en besluit haar van achter de krant te bespieden. Ze doet niets, draait een krul rond haar vinger en staart door het raam. Als ze even in de wc verdwijnt, zing je in duet met de barman. God, she's so beautiful. Natuurlijk komt met luid geklingel haar verloofde binnen. Ze springt met een elegante stap in zijn armen en samen dansen ze de deur uit. Jammer.
Jammer, maar ze komt wel. Het mooiste meisje van de wereld. Hoogst waarschijnlijk loop je tegen haar op in het midden van een druk kruispunt. Zo gaat dat in musical.
Je drinkt je kopje leeg en besluit dan toch maar naar school te gaan. Gisteren veranderden de leerlingen van lokaal met een nonchalante stijldans. Vandaag laten ze wat acrobatenkunstjes zien in de aula. Wanneer de professor zingt of het stiller mag, zeg je in groepjes van vijf 'Sssst...' en hou je demonstratief je vinger voor je getuite lippen.

In de avond ga je met je vrienden op stap. Met wandelstok, hoed en streepjes jas. Eventuele choreografieën zijn nooit uitgesloten. Zeker niet als het echt gezellig wordt. Er wordt getoost en het bier klotst over de rand als jullie tegelijkertijd jullie glas neerzetten. Jolijt en schouderklopjes. Discussies worden in meerstemmigheid gebracht, jij mag de solo zingen. In musical heb je altijd gelijk, zelfs als het niet zo is.
Als in de straat de lichtjes van de lantaarns branden en de cafébaas jullie met de bezem buitenjaagt, rennen jullie lachend de hoek om. Zwalpen is nog nooit zo mooi gegaan.

Afscheid komt met een zwaai en je gaat alleen naar huis. Te voet, uiteraard. De dag is voorbij. Je kijkt naar de maan, die helder aan de hemel staat en de melancholie neemt over. Muziek zwelt aan. Met je prachtige tenor stem zing je dat je de liefde morgen wel zal vinden. Je groet in silencio een voorbijganger met je hoed, maar die loopt gehaast door. Het is nacht, weet je wel. Op de trapjes voor je voordeur geef je met uitgestrekte armen je finale aan de maan. Binnen is alles nog steeds als het was. Je tapt je schoenen uit en kruipt in bed. Als je je ogen sluit, wordt het beeld zwart.

zaterdag, november 04, 2006

Balthazaar Bosduif danst en denkt na

Context: Het was heel lang geleden, maar ik was er nog een keer. Petrol. Er was veel veranderd. Het publiek leek op een jaar in leeftijd gehalveerd te zijn en de toiletten waren van een grauwe containerinstallatie in hippe stijlvolle hokjes omgetoverd. Langs de andere was Petrol nog steeds die succesvolle, iets wat geïmproviseerde club met een behoorlijk originele line-up.

Pendulum trilde oorverwoestend mijn gehoorgangen binnen. Het kon me niets schelen, ik danste. Als geluid een bepaalde decibelgrens overschrijdt, activeert het een bepaald punt in je evenwichtsorgaan. Dan krijg het gevoel of je versnelt. Ongezond, maar schitterend.
Ik keek om me heen en zag dat iedereen van hetzelfde effect genoot. Ritmische armen en benen. Natte haren van het zweet. Frequentatief, unaniem geschreeuw. Sommigen bewogen met gesloten ogen, anderen lieten de gloeiende punt van hun sigaret in de hoogte meedansen.

Zoveel mensen in een vreemde trance van drum'n base, stelde ik vast. Ik moest erom glimlachen. En toen kwam mijn bekende dansgedachte weer opzetten. Altijd hetzelfde, ze gaat ongeveer zo: eigenlijk zijn we toch een gek stelletje apen. Hier staan we dan. Een beetje te hupsen op ontzettend luide dreunen, behoorlijk asociaal te wezen. (Op dat ene schurkende koppeltje na dan) Stel je voor dat een teletijdmachine echt bestaat en een leeftijdgenoot uit the Roaring Twenties per ongeluk in Suske en Wiske-stijl hierheen wordt geflitst, zou die prompt geen hartstilstand krijgen? Een overdosis aan lawaai, mensen en eenzijdige communicatie?

Stiekem ben ik wel een voorstander van dansen in de twenties, de dansant-traditie. Een dansvloer en een orkest. Jongens links, meisjes rechts en laat het spel maar beginnen. Een zenuwachtige uitnodiging en dan met twee uit de bol gaan op een of ander swingnummer. Weer terug naar de muurbloempjes gevoerd worden, verleidelijk blozen en een volgend nummer versieren. 'Vroeger werd en nog gedanst!' zei mijn grootvader altijd toen hij me leerden walsen. Tegelijkertijd vertelde hij over de fanfare op het Bal Populaire. Het waren grappige verhalen, zelfs een tikkeltje romantisch. Ik ben het nooit vergeten, het leek me ontzettend charmant.

Goed, daar stond ik dus. Omgeven door extatische, zwetende lijven met te veel romantiek in mijn gedachten. Ik schudde het uit mijn hoofd en liet me meedeinen op de bassen. Toen ik weer opkeek, zag ik Oskar zijn bekende bewegingen maken. Er speelde een machtige glimlach op zijn gezicht. Hij kon alles aan, dat was duidelijk. C. stond achter me, maar hij leek niemand meer op te merken. Met een enorme serieux liet hij zijn schouders dansen. Lore deed een vreemde vorm van een twist. We glimlachten even naar elkaar en deden ons eigen ding. Er liepen waarschijnlijk nog meer bekenden rond, maar het was te druk om ze tegen het lijf te lopen.

Plotseling voelde Petrol enorm huiselijk aan. Veilig, gezellig, enorm voorspelbaar. Ik zou ervan genieten en op de weg naar huis luisteren naar het tuuten van mijn oren. De volgende dag zouden we tegen elkaar zeggen dat het echt fantastisch was geweest en daarna uitgebreid geeuwen.
Toen kwam denkstap 3. Misschien is het Balprincipe mooi en charmant in theorie, maar niet in praktijk. Je zou maar eens het meisje zijn dat elke vrijdag alleen achter blijft, terwijl de dansvloer vol schuifelende koppeltjes staat. Bovendien vraagt het ook lef om op een meisje af te stappen en niet over je woorden te struikelen als ze verleidelijk met haar wimpers wappert. Daar heb je in al dat individuele dansgedoe helemaal geen last van.

Ik probeerde te kiezen, maar dat lukte niet echt. Het had allebei zijn voordelen. En toen maakte ik met mezelf een pact. Als een echt, authenthiek bal te veel sociale vaardigheid vraagt voor het dagdagelijkse leven, moet je het maar proberen op niet zo normale aangelegenheden. Dus als ik ooit trouw, 50 wordt of toevallig sterf, mag iedereen zijn pak aantrekken. Er zal godverdomme gedanst worden op de plaatselijke fanfare.