donderdag, september 14, 2006

Balthazaar Bosduif prijst aan

Brick
Geschreven en verfilmd door Rian Johnson.
-The Ape blows or I clam-

Er ligt een pareltje in het verschiet. Ik voel het zelfs in mijn kleine teen. Nog even en er is weer een film in de bioscoop die het bekijken waard is. Brick, een harde, absurde detective met invloeden van Anthony Burgess. -Beter bekend als de man die de novelle 'A clockwork orange' op zijn naam heeft staan.- Het kan er bijna aan tippen. Ongelooflijk onverwacht. Lang geleden dat ik nog een keer iets heb gelezen waar ik zonder meer van kan zeggen dat het onverbeterbaar is.

Brick steunt op de 'detective wil weten wat er met zijn verloren liefde is gebeurd'- zoektocht. Tamelijk klassiek concept, maar de verpakking is onwaarschijnlijk origineel: het hoofdpersonage is een doodgewone leerling in een Amerikaanse highschool die hallucinante maffiastructuren verbergt. Zo hallucinant dat alle personages zelfs een taaltje praten dat in deze context past. Laat ik het een kruising tussen cowboytaal en geheime codes noemen. Het klinkt ongelooflijk stoer.
Gelukkig gaat Rian Johnson niet overdrijven. De plotlijn, de personages en de dialogen blijven erg sec. Cut to the case en vooral geen gelul. Ik wil een correct verhaal vertellen. Een erg te koesteren visie vind ik dat.

Een korte inhoud is moeilijk op te stellen. Je zou snel te veel of te weinig gaan vertellen, maar ik geloof dat dit
(KLIK) genoeg verteld over de sfeer en de inhoud. Kijk, geniet en laat u vooral overtuigen. Brick komt in de bioscoopzalen op 1 november, maar voor de die-hard verlangers kan je de novelle als e-book op de website vinden. Voor de echte filmfreaks ligt daar zelfs het scenario op hen te wachten. Wat een service, erg charmant.

maandag, september 11, 2006

Balthazaar Bosduif kijkt toe

Het leek wel een wetenschappelijk onderzoek. Professor Rosa had haar licht blauwe krukje aangesleept en bestudeerde het experiment nu met een nauwkeurig oog: een heleboel rauwe boontjes in een wasbak vol water. Interessant. Normaal liggen die dingen op een bord naast een berg aardappeltjes.

Met haar handje graaide ze in het water en hield een boontje in de lucht. Het water liep naar beneden haar mouw binnen. 'Noteren,' leken haar ogen te zeggen 'Koud water, niet warm zoals in bad.' Ze hield het boontje stil en keek even om zich heen. Er waren niet al te veel pottenkijkers. Misschien zouden ze het niet merken. Heel voorzichtig legde ze een boontje tegen haar lippen.

'Je moet ze in het vergiet leggen, Rosa.' zei een omstaander 'niet in je mond steken.'

Ze draaide zich een beetje weg van de stem. Wat had dat vergiet nu met haar onderzoek te maken? Ze gooide het boontje in het rode mandje en nam de volgende. Weer koud water. Deze keer ging haar handje meteen in de richting van haar mond. 'Smaakt anders.' zei haar blik. Ze keek er zelfs een beetje bitter bij. Onthouden. Bitter.

'Nee Rosa, niet in je mond steken!'

Alarm. Er zit een stoorzender in het onderzoek. Laten we snel doorzetten en een resultaat bekomen. Op het derde boontje werd niet gekauwd. Snel liet ze de waterdruppels in haar mond glijden. Best lekker. Lekker fris. Nog een keer proberen. En nog en keer.
De boontjes belanden op en naast, maar niet in het vergiet. Bijzaak, dat is bijzaak. Randinformatie.

'Rosa, nu is het wel genoeg!'

Tijd om conclusies te trekken. Het onderzoek is afgelopen. Goed, de formulering van onze stelling gaat als volgt: 'Boontjes zijn als rietjes, maar dan binnenstebuiten. Het water komt er niet door, het loopt er langs.'
Uiterst interessante ontdekking vandaag, werkelijk. Maar nu is het tijd om te gaan spelen.

dinsdag, september 05, 2006

Balthazaar Bosduif fietst voorbij

Ze zat op de bus te wachten. Een dame. Ze was de meest roze dame die ik ooit had gezien. Sokjes, jurkje, hoedje, roze met rode roosjes. Ze leek zo uit een modern sprookjesboek gestapt.
Stiekem dacht ik haar roze gedachten te kunnen lezen. 'Met mijn lief klein handtasje ga ik zo naar Oma toe.' Of zoiets.

Van de andere kant van de straat kwam er sloom een vuilniswagen aangekuierd. Je kon het een beetje ruiken. Misschien beelde ik het me in, maar haar neus had een paar kreukeltjes gekregen. Ze week terug bij elke meter die de wagen naderde.
Twee mannen stonden op het uiteinde te slingeren. Eentje maakte zijn vuilnismansprongetje en liep een eindje mee, opzoek naar vuilniszakken. Hij had lange stoere geblondeerde haren, bij elke stevige pas veerden ze mee.

'Hij loopt aan de verkeerde kant van de straat.' dacht ik nog. Maar hij bleef stug volhouden. En toen begreep ik naar wat hij zocht. Hij liep op het roze dametje af dat nog steeds kaarsrecht op het bankje zat te wachten. Ze keken even naar elkaar. Een seconde oogcontact. Nog even en ze zouden samen in een lied zijn uitgebarsten. Het had wel wat van Grease. Die twee.

Maar ze zongen niet. Hij gaf haar een knipoog. Een hele dikke vette en zij bloosde wel erg roze.