woensdag, augustus 23, 2006

Balthazaar Bosduif heeft het druk

Plotseling sta ik in een ijzeren hok. De wanden lopen meters omhoog in de lucht en het dak verdwijnt ergens in het duister. Hier en daar zit een luchtgat dat stoffige bundel licht doorlaat. Ik ga zitten op de grond en wacht. In mijn slaaphoofd ga ik na welke droom ik nu eigenlijk aan het beleven ben. Komen er straks een paar militairen waaraan ik zal moeten ontsnappen of zullen die muren gewoon straks op me afkomen?

Ik zit en wacht nog steeds. Dan hoor ik een bekend geluid. Eerst alarm en dan een machine die langzaam begint te ronken. 'O jee, het gaat beginnen ...' zeggen mijn reflexen.

En dan komen ze. Brieven. Witte brieven schieten door de schemerige duisternis. Met duizenden ritselen ze om me heen. Ze schuiven langs de muren, te hoog om vast te grijpen. Anderen razen aan me voorbij en vormen reuzestapels vlak voor mijn neus. Her en der beginnen lampjes op te lichten. Steeds meer en meer. 'Werk dan!' flikkeren ze naar me. Ik raak in paniek en kan geen stap verzetten.

'Wacht!' Schreeuw ik tegen de muren, alsof iemand me kan horen.
'Ik weet niet of het Prior of non-Prior is!'

-Bosduif werkt sinds kort bij de post. Fijne baan hoor, ik heb alleen net iets te lang achter deze machines gestaan-

dinsdag, augustus 15, 2006

Balthazaar Bosduif is stomverbaasd

Wat doe je als je je pas ontdekte macrofunctie op je fotocamera (Canon A620) wil uittesten? Een fruitvlieg fotograferen. En wat een resultaat. Ik wist niet dat die beestjes strepen hadden.

maandag, augustus 14, 2006

Balthazaar Bosduif is verliefd

Het komt vaak boven bij zo van die doodgewone momenten. Of soms zit het in van die kleine dingen. Maar meestal is het een combinatie van beide.

Hij slaapt en ik wil hem op zijn neus zoenen. Gewoon omdat hij mooi is. Maar als ik me omdraai en zijn neus aanraak, verstoor ik ergens ver weg een droom. Hij kreunt even, zo halverwege zijn keel alsof hij wat wil zeggen. Maar hij geeft op en gooit een arm over me heen die ergens halverwege mijn oor terecht komt. Doodstil blijf ik liggen en probeer met hem mee te ademen. In en uit. In en uit.
De zon schijnt door de gordijnen en gooit vlekken op het plafond. Buiten klinkt verkeer. Als ik me op mijn zij draai, gaat zijn arm van mijn oor naar mijn buik. Hij haalt even diep adem en drukt me tegen zich aan.

'Al goed, al goed ...' denk ik dan tegen mijn liefste ' ik blijf nog wel even liggen...'

En ik laat mijn ogen weer dichtvallen en voel hoe hij langzaam mijn rug warm ademt.

zondag, augustus 13, 2006

Balthazaar Bosduif luistert af (5)

Ik zocht een plekje in een lege vierzit en sloeg mijn boek open. De conducteur liet zijn fluitje snerpen en de deuren gingen dicht. De trein naar Gent op spoor zes begon langzaam te rijden. Ik geloof dat ik halverwege de titel was, toen ik een overenthousiast stemmetje hoorde.

'Gaan we door die tunnel rijden?' Een blond jongetje sprong op en neer in zijn stoel. 'Met de trein? Hé, gaan we door die tunnel rijden?'
Ze zaten met z'n drie in de vierzit aan de overkant. Hij, een groter broertje en een vader.
Het jongetje gaf geen van beide de kans om te antwoorden. 'Ja! We gaan door de tunnel. We gaan rijden door de tunnel. Tunnel! Tunnel!'
Hij drukte zijn neus tegen het raam.
'Het is wel een donkere tunnel.' merkte hij op.
'Ja,' zei het broertje 'een hele donkere.'
Dat vond ik een beetje oneerlijk. Hij zat met zijn rug tegen de rijrichting in. Hij kon helemaal niet zien hoe donker die tunnel wel was.
'Even donker als onder mijn bed?' vroeg het blonde jongetje. Hij leek te twijfelen of hij zijn neus van het glas zou halen of niet.
Er blonk wat in de ogen van de oudere broer. 'Nog veel, veel donkerder!' Hij liet zijn stem lichtjes dreigen.
'Oei.' zei het kleine broertje bedremmeld en liet zich weer op zijn stoel zakken. Hij leek even te peinzen. Het was stil.
Plotseling verscheen die overenthousiaste glimlach weer op zijn gezicht. 'Maar dat is helemaal niet erg!' Hij schudde overtuigd zijn hoofdje. 'Papa doet het donker toch altijd weg!'

Vader keek even de coupé rond. Iedereen zat een beetje uit het raam te staren. Of er werd meegeluisterd, kon hij niet ontdekken. 'Kom, jongens. Zo is het wel genoeg. Straks komt de conducteur.'
'De conducteur! De conducteur!' riep het kleine jongetje en hij veerde weer op en neer zijn stoel. Hij had het er zo druk mee dat hij niet zag dat we net de tunnel uitreden.

In deze serie klik klik klik

maandag, augustus 07, 2006

Balthazaar Bosduif schrijft nog steeds niet

Helaas heb ik op dit moment een te ideale vakantie om te schrijven. Zoveel schoons dat ik niet weet wat eerst te kiezen. Maar alles went. Nog even en ik ben er weer.

Alvast een reeks mooie mensen uit het leven van Bonnie Bosduif.