Balthazaar Bosduif heeft sneeuwpret
Het sneeuwde en ik fietste naar huis. Er was geen fietspad meer te zien. Ik ging heel traag, omdat het spekglad was. Of nee, eigenlijk wist ik gewoon niet goed waar ik heen wou fietsen.
In mijn hoofd speelde zich een dilemma af. Naar de supermarkt gaan om nieuwjaarsspullen te kopen, op de terugweg mijn nek breken en bedolven worden onder hapjes en flessen. Of zo meteen lekker warm thuis aankomen en de volgende dag de ellendiglange kassarijen doorstaan.
Ik kwam er niet uit, mijn dilemma werd zo groot dat ik vergat te fietsen en omviel. (omdat het ijzelde, ik val niet om bij iedere moeilijke keuze) De sneeuw kroop langs mijn kraag naar binnen en mijn staartbeentje jammerde een beetje.
'Gaat het? Ik zag je vallen. Sorry, ik sta hier op mijn sloffen.' De meneer stond inderdaad vreemd te huppelen in de sneeuw.
Ik krabbelde recht en veegde mijn jas schoon. 'Ik ben nog heel, danku.'
'Meneer Buurtbewoner' zette mijn fiets terug recht. Ik trok mijn honderd sjaals weer op hun plaats en nam het ding van hem over.
Zijn blik ging van mijn fiets naar mijn gezicht en bleef daar hangen. 'U bent de eigenaar van deze fiets ...'
Ik lachte verward. Zijn stem klonk nogal plechtig voor zo'n banale boodschap. 'Ik zie hem vaak staan. En dan denk ik ... van wie zou hij zijn? En nu ... U ... '
'Ja, dat ben ik ...' antwoorde ik lichtjes gegeneerd. Zoveel bewondering is zelfs te veel voor mijn fiets zijn imago. (*)
'Hij is prachtig. Ik ben er ook al naar opzoek geweest maar ... nu ja, gelukkig nieuwjaar. Hou het heel.'
Ik bedankte hem een laatste keer en stapte op. Mijn allerliefste fiets zwalpte en slipte naar huis. De GB was ik al lang weer vergeten.
- (*) Ik hou van mijn fiets. Hij is mooi. Het is zo'n Amsterdammer in alle kleuren van de regenboog en hij rijdt gezellig. Af en toe krijg ik commentaar als 'zelfgemaakt? goe gedaan!' of 'opvallend fietske, zullen ze wel niet rap stelen!' En dan voel ik me stiekem toch een beetje trots.-