Balthazaar Bosduif draaft een beetje door
'Lief' is een mooi woord. Ik geloof dat er eindeloos veel variaties op het woord 'lief' bestaan. Je kan er wat mee. Liefste, lieveling, liefje ... dat is de zeemzoeterige kant van de zaak. Maar als je even doordenkt kom je bij liefde, liefdesverdriet of liefde en leed delen.
Het woord 'Lief' klinkt ook mooi. Niet in de zin van 'ik heb een nieuw lief'. Een lief klinkt bijna als een voorwerp. Hier een lief, beleef eens wat plezier. Geen wonder dat iedereen dan alleen maar op een sappig verhaaltje zit te wachten.
Het woord 'Lief' moet je menen. Fluisteren in een oor. Laten ronken onder een balkon: 'Mijn lief, mijn lief, mijn lief, kom alsjeblief naar buiten'. Of met koppige blik 'Ze is mijn geliefde.' articuleren tegen hooghartige ouders van hogere stand.
Zelfs in andere talen blijft liefde een woord met kracht, ‘My Love’ of ‘Mon Amour’. Een begrip dat elke dag door duizenden hoofden suist, op eender welke plek op deze aardkloot. Aboriginal tot Eskimo. Liefde is een woord dat mensen laat snikken voor de televisie, je overdag kan laten wegdromen en ‘s nachts vol passie geconsumeerd wordt.
‘Lief’ hoort niet ijdel gebruikt te worden. Het is een woord dat je moet proeven voor het van je lippen rolt. Je moet er van genieten. Misschien is het net wel als de liefde zelf, daar wil ik ook voor geen duizend jaar aan wennen.