woensdag, mei 31, 2006

Balthazaar Bosduif studeert theatergeschiedenis

In de categorie mooie passages uit de cursus theatergeschiedenis:

Wist je dat ... ?
-In 1767 werd op initiatief van drie kooplieden de venootschap Hamburger Enterprises opgericht, met het doel theater te exploiteren.

- Tot op het einde van de achttiende eeuw bestond de parterre uit staanplaatsen. Het was vaak dringen en iedereen moest zijn jas, hoed of degen goed in de gaten houden, want een verstaire was er nog niet en zakkenrollers alom.

-De theaters betaalden geen huur of onderhoud, daarvoor zorgde de diensten van de Menus-plaisirs, het ministerie van vermakelijkheden.

-Na sluitingsuur gingen de koninklijke leden van het hof, waaronder de toekomstige koning Charles X zich stiekem op de boulevard oefenen in het koorddansen en acrobatie.

-Voltaire zal in zijn Parijse duplex-woning, waarnaar hij verhuist na het sterven van zijn vrouw, een klein theatertje oprichten.

-Gottsched: zeer orthodox neoclassisist. Pleit voor het samenvallen van speeltijd en gespeelde tijd. Bovendien moest de actie zich overdag afspelen, want 's nachts moeten de personages slapen.

zondag, mei 28, 2006

Balthazaar Bosduif krijgt levenslessen van McKee

Nu mijn weblog toch een tikkeltje zwaar op de hand aan het worden is, heb ik maar besloten om er een schepje boven op te doen. Ik las in een nat bushokje de volgende passage in 'Story' van McKee. Een hele mooie theorie:

Esthetische emotie

Je intellectuele leven bereid je voor op emotionele ervaringen, dat is dan weer de basis voor nieuwe interpretaties die uiteindelijk bepalen hoe je tegen nieuwe gebeurtenissen in je leven aankijkt. Het intellectuele en het emotionele beïnvloeden elkaar, en wel in die volgorde.
De momenten in je leven, waar emotie en intelligentie samenkomen zijn zo zeldzaam dat ze kunnen aanvoelen als een religieuze ervaring. Het leven scheidt doorgaans intelligentie en emotie, kunst breng deze twee samen. Een verhaal is een uitweg om deze zeldzame inzichten zelf te creëren. Dit fenomeen noemen we Esthetische emotie. (...)
Wanneer een idee door emotie is omgeven, wordt het krachtiger, dieper. Het blijft bij. Kunst schept orde in de wereldse chaos en je persoonlijke verwarring, maar esthetische emotie brengt wat je weet en wat je voelt op een gelijke hoogte, waardoor je je meer bewust wordt van je plaats in de realiteit, wat je ook meer zekerheid biedt.
Kortom, een kortverhaal geeft je het enige wat je zelden in de realiteit zal ondervinden: een betekenisvolle emotionele ervaring. In het leven krijgen emoties pas een boodschap als je er en tijd over kan nadenken. In kunst, in een verhaal hebben ervaringen meteen een betekenis.



En ik moet toegeven dat fictie inderdaad zo aanvoelt. En dat deze theorie bij nader inzien de enige en werkelijk de enige reden is waarom ik schrijf. Ik heb het nooit beseft. Dit stukje was voor mij een bad van esthetische emotie. McKee is geen heilige, maar ik moet er godverdomme heen.

vrijdag, mei 26, 2006

Balthazaar Bosduif fotografeert mensen



donderdag, mei 25, 2006

Balthazaar Bosduif maakt huiswerk

Speciaal voor Meneer Paulus en zijn zes responspapers. Moge hij gelukkig wezen.

Film en genre: Science-fiction

Mijmeringen over Ghost in the shell

Normaal gezien probeer ik een beetje door te denken op de technieken, de patronen van het genre dat we bespreken. Na de voorstelling vat ik de film in mijn hoofd samen, probeer ik mijn eerste indrukken te verklaren en als ik geluk/pech heb kan ik hier en daar defect vinden. Bij Ghost in the shell ben ik gewoon voor me uit blijven staren: Wat is de boodschap van Ghost in the shell? Welke personages zijn nu goed of slecht? Waar gaat deze film in godsnaam over? Geen enkel antwoord lag voor de hand, slechts een grote grijze massa. Na een tweede keer kijken, kon ik toch de vage contouren van een siencefiction filosofie herkennen.

Ghost in the shell is een mes dat langs twee kanten snijdt. Het lijkt alsof de makers de melancholie van de menselijke identiteit niet kunnen afschudden, en tegelijkertijd juist de zwakheid ervan verachten. Dat zijn althans de woorden die ze de personages in de mond leggen. – let op de beelden waar een personage recht naar de kijker praat: deze stukken vormen samen één theorie- De puppetmaster, het spilfiguur in deze film, wil een nieuw, ultiem menselijke ras scheppen. Dat is gebaseerd op de menselijke individualiteit, alleen de zwakheden moeten worden ‘uitgewist’. Hij vergeet enkel dat deze combinatie niet waar te maken is: een identiteit is een compensatie van zwakke karaktereigenschappen door goede. Dat deze twee elementen inherent zijn, lijkt hij niet te vatten. Hij wil enkel een identiteit als levensvorm gebruiken, de adem die een wezen laat bestaan. Het leven zelf, het trial and error waarin een mens groeit, laat hem koud. Onmiddellijke perfectie is zijn doel.
De toekomst van deze theorie is behoorlijk dualistisch. Elk mens is individueel en dat maakt hem wonderlijk, maar de zwakheden die het meebrengt, zorgt dat ‘het ras’ zijn ondergang tegemoet gaat. Is de mensheid een uitgemaakte zaak of een eeuwig gevecht? Daarin ligt voor mij het sciencefiction element dat me het meest fascineerde. – dat en de opbouw van de stad. Verleden boven verleden, boven verleden. Prachtig weergegeven. -
Naar het einde toe verwachtte ik dat een winner/verliezer situatie een verduidelijking zou opleveren. De makers moeten toch een kant kiezen en er een mening op nahouden. Maar ze laten het antwoord op de existentiële vraag in het midden, misschien dat het vervolg meer duidelijkheid brengt. Dat hoop ik toch. Nu fascineert Ghost in the shell mateloos, maar als de makers nooit een antwoord gaan formuleren op het vraagstuk dat ze stellen, vrees ik dat deze serie zal afglijden naar warrige praat en hele mooie animatie. En dat zou zonde zijn voor alle mogelijkheden die dit thema in zich draagt.

maandag, mei 15, 2006

Balthazaar Bosduif schrijft een ode aan J.S. Foer

Ik hou van talent en kennis. Ik hou van mensen die zich kwetsbaar durven opstellen. Ik hou van genuanceerde meningen. Kritische optimisten. Iemand die mooie verhalen kan vertellen. Mensen die gedreven maar toch bescheiden zijn, zichzelf goed kennen. Hoeveel van zulke mensen bestaan er in de wereld? Massa's of haast niemand?

Eentje van hen is Jonathan Safran Foer, de auteur van 'Extremly loud & incredibly close'. Ik heb al heel lang iets willen schrijven over dat boek. Of over Jonathan Safran Foer zelf. Eerst een kritische bespreking, dan een huldiging, nu misschien wel een liefdesverklaring. Alles wat ik over hem zou willen zeggen, kan ik hier niet neerschrijven. Het is gewoon te veel. Dit is iemand om in een glazen potje te stoppen en te bestuderen.

'Snel.Aanstormend.Talent.' Zo zou ik hem beschrijven.
Hij is 29,
zijn debuut is ondertussen verfilmd. Zijn tweede boek is een wereldsucces. Waar een beginnend auteur niet van zou durven dromen, dat heeft hij al achter de rug. Genoeg goede reclame om hem eens een keer te proberen, dacht ik.
Ik zat bij een bushalte toen ik de eerste regels las en ik ben niet meer opgehouden. Op de bus heb ik me kotsmisselijk gelezen. Het laatste stukje naar huis heb ik gekuierd, met mijn neus tussen het papier omdat het te donker was. Het was godverdomme nog een keer tijd voor 'een echt goed boek' en ik heb het gekregen.

What The?

What about a teakettle? What if the spout opened and closed when the steam came out, so it would become a mouth, and it could whistle pretty melodies, or do Shakespeare, or just crack up with me? I could invent a teakettle that reads in Dad's voice, so I could fall asleep, or maybe a set of kettles that sings the chorus of "Yellow Submarine," which is a song by the Beatles, who I love, because entomology is one of my raisons d'être, which is a French expression that I know. Another good thing is that I could train my anus to talk when I farted. If I wanted to be extremely hilarious, I'd train it to say, "Wasn't me!" every time I made an incredibly bad fart. And if I ever made an incredibly bad fart in the Hall of Mirrors, which is in Versailles, which is outside of Paris, which is in France, obviously, my anus would say, "Ce n'étais pas moi!"

What about little microphones? What if everyone swallowed them, and they played the sounds of our hearts through little speakers, which could be in the pouches of our overalls? When you skateboarded down the street at night you could hear everyone's heartbeat, and they could hear yours, sort of like sonar. One weird thing is, I wonder if everyone's hearts would start to beat at the same time, like how women who live together have their menstrual periods at the same time, which I know about, but don't really want to know about. That would be so weird, except that the place in the hospital where babies are born would sound like a crystal chandelier in a houseboat, because the babies wouldn't have had time to match up their heartbeats yet. And at the finish line at the end of the New York City Marathon it would sound like war.


-Extremly loud & incredibly close, J.S. Foer, pagina 1-

Ondertussen heb ik 'EL & IC' een tweede keer gelezen. Dat moest. Na mijn eerste poging was er bijna niets van de inhoud me bijgebleven. Ik was zo overdonderd door zijn stijl. Kort, krachtig. Alle karakters van vlees en bloed. Zijn dialogen, zo echt. De realiteit met wat schrijversfinesse. Alles leek zo eenvoudig en juist. Waar het verhaal nu weer over ging, dat was niet zo belangrijk. Deze man kon schrijven. Of beter, hij doorboort het leven met zijn pen.

Toen ik een tweede keer het boek dichtsloeg, wist ik niet goed wat ik nu juist gelezen had. Zoveel verhaallijnen, één berg suggestie, de verklarende terugkerende beelden. Een meesterlijke constructie, tegenover al die kleine details die ongetwijfeld ook van enorm belang zijn. Het boek ontsnapt bijna aan je grip. Foer heeft me zonder twijfel meer willen vertellen dan ik op het papier heb zien staan. Ik laat hem nu maar even op de boekenplank staan, maar die derde keer is niet heel erg ver weg. Ik hoop dat ik dan het talent van Foer kan wegcijferen en gewoon het verhaal kan lezen.

Extraatje voor de geïntereseerden:
kijk en luister

zondag, mei 14, 2006

Balthazaar Bosduif probeert het weer

Ik ben weer een verhaal aan het schrijven. Deze keer zou je het onder het genre 'thriller' moeten kunnen thuisbrengen. Of dat hoop ik toch. Het is een combinatie van heel veel schrijftheorie en een idee dat al een jaar of twee in mijn hoofd rondzwerft. Ingrediënten: twee mensen, een kamer en een persoonsverwisseling.

Ik ben bezig. Druk bezig. Het probleem is dat ik jullie er niet zo veel van kan laten zien. Ik kan er eigenlijk zelf niet zo heel veel van zien, want het veranderd steeds. Het loopt weg, het transformeert. Ik geloof dat ik nog nooit een verhaal heb geschreven waar ik ongeveer alles al heb weggegooid en daarna weer uit de prullebak ben gaan vissen. Mijn start is al drie keer herschreven en het lijkt maar niet te klikken. Elke nieuwe versie is anders. Misschien wel beter. Ik hoop het.

Voor het eerst moet ik echt inventief zijn. Elke keer weer denken aan de wijze woorden: 'De lezer de mogelijkheid geven te raden wat er zou kunnen gebeuren, maar hem toch telkens weer verrassen' Het gevaar van het cliché ligt zo dichtbij. Ik loop nu al dagen te piekeren over wat mijn gestoord personage nu eigenlijk zo gestoord maakt. Stapels mogelijke ellende in mijn hoofd, maar niets lijkt echt in die thrillercontext te passen.

De volgende criticus die thrillerauteurs geen echte schrijvers vindt, kom ik een schop onder zijn kont geven. Spanning neer schrijven is heel erg moeilijk. De lezer dwingen om verder te lezen, is een kunst. Ik ploeter ondertussen verder: elke dag een uur of twee schrijven, mijmeren op de bus of op de fiets, mensen stukjes laten lezen en om hulp vragen.

En stiekem blijf ik toch hopen dat ooit die briljante inval komt en alles plotseling in elkaar klikt. Alsjeblief? Ik zal alles keurig opschrijven, beloofd.

woensdag, mei 03, 2006

Balthazaar Bosduif en de nieuwe wijsheid

'Ja, ja de wereld is rond, en een vis die kan niet roesten.'

Er viel een stilte rond het vuur.

'Dat is waar.' werd er geknikt. 'helemaal correct.'