Balthazaar Bosduif fietst voorbij
Ze zat op de bus te wachten. Een dame. Ze was de meest roze dame die ik ooit had gezien. Sokjes, jurkje, hoedje, roze met rode roosjes. Ze leek zo uit een modern sprookjesboek gestapt.
Stiekem dacht ik haar roze gedachten te kunnen lezen. 'Met mijn lief klein handtasje ga ik zo naar Oma toe.' Of zoiets.
Van de andere kant van de straat kwam er sloom een vuilniswagen aangekuierd. Je kon het een beetje ruiken. Misschien beelde ik het me in, maar haar neus had een paar kreukeltjes gekregen. Ze week terug bij elke meter die de wagen naderde.
Twee mannen stonden op het uiteinde te slingeren. Eentje maakte zijn vuilnismansprongetje en liep een eindje mee, opzoek naar vuilniszakken. Hij had lange stoere geblondeerde haren, bij elke stevige pas veerden ze mee.
'Hij loopt aan de verkeerde kant van de straat.' dacht ik nog. Maar hij bleef stug volhouden. En toen begreep ik naar wat hij zocht. Hij liep op het roze dametje af dat nog steeds kaarsrecht op het bankje zat te wachten. Ze keken even naar elkaar. Een seconde oogcontact. Nog even en ze zouden samen in een lied zijn uitgebarsten. Het had wel wat van Grease. Die twee.
Maar ze zongen niet. Hij gaf haar een knipoog. Een hele dikke vette en zij bloosde wel erg roze.
1 reacties:
Leuk stukje, ik zie het helemaal voor me (die roze dame had die ook vleugels?) Ik ga deze site volgen.
7:59 p.m.
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage