Een paar dagen geleden zat ik naar 'Tegen beter weten in' van Theo Maassen te kijken. Een show waar hij nog een keer tegen alle hoeken van de maatschappij schopt. Over 'de nieuwe jeugd' was hij erg snedig:
'Je kunt niet iemand stront laten eten, en hem daarna verwijten dat hij uit z'n bek stinkt.' Ik dacht even na en knikte toen tegen mezelf. Inderdaad, misschien moeten we in plaats van alles krampachtig te verbeteren, eerst achterom kijken. Kijken wat we in de maatschappij hebben 'gepropt' en dan pas vooruit te streven.
Vandaag heb ik ver achterom gekeken. Toevallig. Gewoon een college op school. Een hele aula keek achterom, helemaal tot in de 19e eeuw. Een maatschappij vol turbulentie en verandering. Het wonder van de stoommachine, Vader Abraham van alle machines. Daarna de trein, een vage droom over iets dat vloog. Misschien kon je een trein wel laten vliegen...
Maar de 19e eeuw bracht nog meer met zich mee. Een nieuwe filosofie, nieuwe dromen, nieuwe doelen. Zelfs het godsbeeld ging aan stukken. Die moest van 'Meneer die alle touwtjes in handen heeft' afzakken naar 'Meneer, u bent erg bedankt. Nu zullen wij 'u wil' -vrij in te vullen- uitvoeren.' Een behoorlijke degradatie en inderdaad ... Een paar decennia later werd hij voor dood verklaard. Afgevoerd.
Er kwam een ander geloof in de plaats. Het geloof in de kennis, meer specifiek de technische kennis. Techniek toepassen om je geluk zelf te creëren. Optimistisch. 'Vooruit, steeds vooruit.' Alle twijfel werd overstemd met gejubel. Zelfs tot aan uitspraken als 'Het moet zo zijn.', 'Het is zo voorbestemd.', 'Dit is het lot.' Een verblindende egotrip.
Het ontging hen dat er ook een heleboel verloren ging. In hun enthousiasme moest de hele natuur vervangen worden door cultuur. Onderworpen zelfs. Techniek aan de macht. Een boom was geen cent waard, als hij niet gebruikt werd om een spoorweg aan te leggen. Oude gewoontes werden vergeten. De revolutie was te groot. Fanatiek, een hype. Iedereen sprong mee op de trein.
Het had anders gekund, dacht ik toen. Eén stoommachine, een waaier van mogelijkheden. Misschien hadden ze Watts wel in een gekkenhuis kunnen opsluiten. Die man die ijzer laat puffen. Die moet gek zijn. Blasfemie. Kom, we jagen hem de dood in.
Nee, er werd voor verspreiding gekozen. Kapitalisme, in promotie. Maak je eigen paradijs, bijna gratis. Een buitenkansje, je hoeft die kleine lettertjes onderaan niet te lezen.
(Zeg nu zelf, klinkt dat niet een beetje als de reclame voor de nieuwste anti-rimpelcrème?)En toen kon ik er mijn vinger opleggen. Ze dachten 'vooruit', die 19e-eeuwers. 'Vooruit', dat is ongeveer hetzelfde als 'horizontaal'. Je kan het ook anders noemen. Oppervlakkig. Als je alleen maar vooruit wil, heb je geen tijd om iets uit te diepen. Je ultieme droom blijkt te bestaan uit een kortstondige aaneenschakeling van momenten van geluk. Maar dat maakt niet uit. Als die narcistische wens maar bevredigd wordt.
Het is gegaan zoals het is gegaan. 'Vooruit' werd langzaamaan 'het volgende', 'evolutie' veranderde in 'winst', 'techniek' veranderde in 'goederen' en 'dromen' in 'kopen'. De tijd van revolutie is voorbij. Het vormen is voorbij. We teren nu op de resten van de omwenteling. Alles moet mooi zijn. Optimistisch. Koop je eigen paradijs. Maak jezelf mooi. Het narcisme uit de 19e eeuw is onze identiteit geworden. Je bent niet meer wat je denkt, maar je bent wat je koopt. En wat je koopt, hang je aan je lijf of je zet het voor de garage. Koop je eigen imago. Narcisme.
'Je kunt geen mensen stront laten eten en hen dan verwijten dat ze uit hun bek stinken.' Knarsetandde Theo Maassen. Een goed oordeel, naar mijn voordeel. Maar nu ik de geschiedenis achter het fenomeen heb gehoord, zit ik vol twijfel en respijt. Kan je het iemand kwalijk nemen dat hij zich laat meeslepen door optimisme? Kan je iemand minachten omdat hij een trend volgt die zich nu al meer dan 2 eeuwen doorzet?
Ik sta op losse schroeven. Kapitalisme is er niet altijd geweest en het is ook niet ontstaan in de suburbia van de fifties. Geen oplossingen bij de hand, maar ik ben blij met mijn twijfel. Ik ben blij dat ik eindelijk weet hoe de vork in de steel zit. En dat maakt een immens verschil.