woensdag, maart 23, 2005

Balthazaar Bosduif heeft een probleem

Ik zat op een pleintje in het kleurrijke Brussel. De zon scheen en er lag een jongen in mijn schoot. Af en toe zeiden we iets of giechelden we een beetje. Dan zaten we zwijgend een beetje aan elkaar te pulken. Hand op arm. Arm over borst. Hand op oor ...

De mensen keken vreemd en stapten vlug voorbij. Ik keek ze na en probeerde me voor te stellen hoe wij leken in hun ogen. "Hé bah, zomaar in het zonnetje een beetje aan elkaar zitten frunikken" zouden ze denken en stiekem een tikkeltje jaloers zijn.

En toch was ik was een beetje droevig toen.

Ik was een beetje onzeker, omdat ik niet wist waarom ik daar nu eigenlijk zat. We spraken over dromen en ultieme vrijheid, over kunst en bewondering. Maar wat er door mijn hoofd raasde was niet zo mooi als de woorden die ik zei. Ik dacht over kussen die verontschuldigd en vergeten waren. Ik probeerde te begrijpen met wat we nu bezig waren, welke schijn we nu ophielden. Er kwam geen antwoord opdagen.

Ik voelde een arm om mijn heup en een neus tegen mijn buik. De zon scheen op mijn gezicht. 'Laat die verantwoording nu maar even, Ellen. Dit is leuk, instantliefde of niet. Pijn komt later wel.'

1 reacties:

Blogger Folkertje zei...

We hebben maar één leven;
geniet van het moment, en stel de toekomst uit tot ze daar is.

4:05 a.m.

 

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage