woensdag, september 07, 2005

Balthazaar Bosduif vertelt (2)

De stoel stond er nog steeds. De verveelde soldaat was ook nog niet gekomen. Ik nam er een foto van. Toen ik het later bekeek was ze bewogen. Dood jammer.

Plotseling hoorde ik gestommel in een gang. Snel klom ik de trap op en verstopte me in een duister, nogal stoffig hoekje. Misschien kwam de imaginaire soldaat eindelijk. Of erger, een verdwaalde toerist. Het werd weer stil. Ik sloop naar boven.

De tweede verdieping was leeg. Behalve de muren dan. Daar stonden griekse goden en godinnen trots hun kaki leger aan te voeren. Ze zeiden wat in graffitiaanse tekstballonnen, maar ik kon het niet lezen. Iets verder waren afbeeldingen van dolle paarden en hun dappere ruiters. Dwars door de tekening flitsten witte uitgekraste namen en zeer recente jaartallen. Ik struikelde bijna over een gat in de vloer. Dat komt er van als je net wat te verbaasd om je heen zit te staren, je kijkt niet meer uit waar je loopt.

Plotseling hoorde ik luid getater. Onbegrijpbaar, maar ik gokte op Grieks. 'Nu ja, vooruit dan maar,' dacht ik 'een beetje meer avontuur kan geen kwaad.' En met een nogal absurde sprong lanceerde ik mezelf de gang in. Er struinden twee jongens en ze schrokken zich te pletter. Misschien verwacht je geen meisje in een zonnig zomerjurkje in een verlaten kazerne. Ik nam het hen niet kwalijk.

Ze leken een beetje op Laurel en Hardy. De ene was ontzettend smal en de andere kon je op z'n minst wat gezet noemen. Ze keken stomverbaasd. In elke mond hing een sigaret te wachten op vuur. Ik moest erom lachen. Prompt draaide Hardy zich om en begon te telefoneren. Laurel probeerde zijn borst wat breder te doen lijken en nam die bekende Griekse machopoze aan.

'Hello. English?'
'Yes. Do you have a sigarette for me?' Het leek me beter maar meteen te gaan sympathiseren. Ik kreeg er een. Ze was nogal verfrommeld.
'My friend is ... afraid.' Maar zijn gezellige telefonerende vriend leek niet echt bang. Zijn stem klonk eerder als 'Er is hier een meisje! Een meisje, een meisje!!' Daar moest je geen Grieks voor leren.
Ik zette mijn mooiste glimlach op. 'Are you having a little party?' Af en toe kan ik best wel gemeen zijn. Hij leek van zijn stuk.
'No, no, no, no ... we are ... Are you here ... first time?' Ik schudde mijn hoofd.
'We show you the ... the ... '
'The building?'

En zo kwam het dat ik een officiƫle rondleiding kreeg. Ze noemden zich John en Speedy en ze logen zich zeventien en achtien jaar. Ik stelde me voor als 'Bosduif, like a pigeon from the woods.' Ik denk niet dat ze het echt begrepen.

John -de lange- stuurde me langs een heleboel smalle gangetjes, terwijl hij een heleboel stereotiepe vragen op me afvuurde. 'You like Corfu? Where do you come? You have family? You like Corfu?' Ik had haast geen tijd om te antwoorden. Speedy hobbelde wat achter ons aan 'His English very good ...' Ik lachte mijn zoetsappig glimlachje. Hij keek verlegen weg.

'This is for party' zei John plotseling. Ik keek om me heen. We stonden in een gigantische zaal. De rode en gele verf viel haast van de muren af. Overal lag glas. Voor mij was een gat in de vloer geslagen dat groot genoeg was om regelrecht door te vallen. 'Look ...' zei John en wees voor zich uit. Prompt vergat ik elke vorm van levensgevaar. Door de gebroken ramen glinsterde de heldere blauwe baai van Kerkira in de zon. Wuiven gras over neergeslagen fortmuren, witte bootjes die doelloos heen en weer dobberen. Ik moest ervan zuchten.
'You like?' John grijnsde me tegemoet. Ik knikte. 'Want to stay?' Ik knikte nog een keer.

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage