Balthazaar Bosduif wil op de draaimolen
Hij is overbekend in Brussel, maar ik zag hem pas vandaag. De mooiste draaimolen van de hele wereld stond naast het meest kitchy wit, roze frietjes- en oliebollenkraam dat ik ooit had gezien. Hij was gesloten met grote grijze hekken, maar door de tralies zag je de gekste dieren: een gigantische struisvogel met echte veren, een hagedis met een soort duikersapparaat, een enorm zeepaardje, een stoomfiets ... maar ik kon niet stoppen met kijken naar 'De vliegende mens'. Het was een pop met een vliegmuts en een vliegbril op (zoals de dubbeldekkerpiloten) en sneeuwwitte veren vleugels. Met uitgestrekte armen vliegt hij/zij het zeepaardje achterna.
Ik stond als een klein meisje met gebalde handen en samengeknepen ogen naar de draaimolen te staren en hoopte dat de hekken plotseling zouden opengaan. Een meneer met een hoge hoed zou me een kaartje geven en ik zou naar de molen rennen, als eerste. En dan zou ik mogen kiezen. De kikker? de struisvogel? De stoomfiets? Nee, ik zou onder de vliegende mens gaan zitten, in het veel te wankele zwarte stoeltje. Mijn hoofd in mijn nek en de buitenwereld maar laten draaien.
Maar er blijft een klein stemmetje zeuren in mijn hoofd.
'ben je daar niet een beetje te oud voor?'
'Nee hoor, toch?'
'Jij bent voor geen enkele draaimolen te oud'
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage